Therapie op maat

De gemiddelde patiënt bestaat niet. Iedere patiënt is anders en daarom kan bij eenzelfde ziektebeeld elk mens anders reageren op eenzelfde behandeling. Door het (gedeeltelijk) in kaart brengen van persoonlijke en genetische factoren kan het effect van een therapie bij een individuele patiënt steeds beter voorspeld worden. De ontwikkeling van (moleculaire) diagnostische (DNA) tests heeft ‘therapie op maat’ in een stroomversnelling gebracht.

Personalised Medicine:

de juiste behandeling voor de juiste patiënt op het juiste moment.


DNA-diagnostiek

De conventionele behandeling gaat uit van ‘one size fits all’. Dat blijkt in de praktijk niet altijd effectief omdat het voorbijgaat aan individuele kenmerken. Een bepaald medicijn kan zeer effectief zijn voor de ene patiënt, terwijl hetzelfde geneesmiddel bij een andere patiënt, ondanks dezelfde diagnose, nauwelijks effect heeft. Niet alleen ziekte gerelateerde, maar ook individuele kenmerken zoals genetische aanleg, eiwitsamenstelling en/of metabole processen blijken een rol te spelen.
DNA-diagnostiek biedt een enorm potentieel voor behandeling op basis van iemands unieke kenmerken. Dat leidt tot:

  • minder over- en onderbehandeling;
  • persoonsgerichte therapie;
  • effectievere zorg en lagere kosten.

Ook biedt DNA-diagnostiek nieuwe mogelijkheden voor het vaststellen van erfelijke ziekten en het opsporen van erfelijke veranderingen in de genen.

 

Soorten DNA-onderzoek

Om na te gaan of er een afwijking in het DNA zit, wordt in het laboratorium het DNA van een patiënt onderzocht. Afhankelijk van de medische vraag beperkt het onderzoek zich tot een enkel gen, of tot een set van genen of worden alle genen of zelfs het hele DNA onderzocht.

  • SNP array-onderzoek
    Hierbij wordt gekeken naar de chromosomen en de hoeveelheid DNA. Er kunnen namelijk kleine stukjes DNA van de chromosomen weg zijn of dubbel en dat kan problemen geven.

  • Genpanel onderzoek
    Met een genpanel analyseert het laboratorium meestal tussen de twee en de vijftig genen tegelijk. Hierbij wordt gericht gezocht naar afwijkingen (mutaties) in het DNA van een groep van genen: genpanel of gen pakket.
  • WES-onderzoek
    Bij een WES-onderzoek (Whole Exome Sequencing) kan naar alle 20.000 genen worden gekeken. Het wordt vooral gebruikt om een erfelijke aanleg en aangeboren aandoeningen op te sporen. Krijgt een kind een WES-onderzoek, dan wordt meestal ook het DNA van de ouders onderzocht. Dit is om de genen van de ouders te kunnen vergelijken met degenen van het kind.
     
  • WGS-onderzoek
    Bij een WGS-onderzoek Whole Genome Sequencing) worden behalve de genen ook het DNA tussen de genen onderzocht.

Next generation sequencing

Onderzoek van de genen (WES, WGS en genpanel) gebeurt met een methode die Next Generation Sequencing (NGS) heet. Door deze nieuwe techniek wordt DNA-onderzoek steeds goedkoper en gaat het steeds sneller. DNA sequencing is een techniek om de volgorde van de DNA-bouwstenen te bepalen (DNA-code) in één of meerdere genen of in het hele genoom. De DNA-code levert unieke genetische informatie op waarmee erfelijke (aanleg voor) ziekten kunnen worden opgespoord of het effect van medische behandeling kan worden voorspeld.

Farmacogenetisch paspoort

Door erfelijke eigenschappen gaat het opnemen en afbreken van medicijnen bij de een sneller dan bij de ander. Daardoor hebben sommige mensen een grotere kans op ernstige bijwerkingen. Ook kunnen mensen veel gevoeliger voor een medicijn dan anderen en hebben daardoor een andere dosis nodig. Farmacogenetica is onderzoek naar variaties in het DNA die de reactie van een individu op een medicijn kunnen beïnvloeden. Filmpje: Wat is een farmacogenetische test? 

Dankzij razendsnelle ontwikkeling in DNA-diagnostiek komt het farmacogenetisch paspoort binnen bereik. Deze zogeheten genotypering biedt de basis voor ‘therapie op maat’ waarbij type en dosis van een geneesmiddel worden afgestemd op de individuele patiënt. De farmacogenetica vindt zijn weg naar de apotheek.

Companion diagnostics

Van een aantal kankersoorten is bekend welk gen of welke genen betrokken zijn bij het ontstaan van de kanker. Met behulp van moderne DNA-diagnostiek kunnen deze specifieke mutaties worden bevestigd of uitgesloten. Voor een aantal tumoren waaraan deze specifieke DNA-mutaties ten grondslag liggen, zijn medicijnen beschikbaar die werken tegen de door deze mutatie(s) veroorzaakte afwijkingen in de kankercellen. Een behandeling die gericht is op deze specifieke afwijking heet doelgerichte therapie. De diagnostische DNA-test en de tumorbehandeling vormen een twee-eenheid. Men noemt deze combinatie companion diagnostics of ook wel theranostics. Een bekend voorbeeld is HER2 positieve borstkanker

Borstkanker HER2 positief?

Bij 25-30% van alle borstkankerpatiënten is sprake van een verhoogde aanwezigheid van een bepaald type eiwit op de borstkankercellen, het zogeheten HER2 eiwit. Dit eiwit stimuleert de groei van de tumor. Die groei kan worden geremd door behandeling met een specifieke antistof tegen HER2. Met een zogeheten HER2-test kan vooraf worden bepaald of er sprake is een HER2 positieve tumor. Als dat niet het geval is, is de (dure) behandeling niet nodig. Dankzij een voorspellende test de juiste behandeling voor de juiste patiënt!



Laboratoriumdiagnostiek is in toenemende mate van grote waarde voor verdere behandelbeslissingen. Alleen met goede diagnostiek is te bepalen wélke therapie voor welke individuele patiënt kan werken en welke dosering nodig is. Dat bespaart (veel) kosten voor verdere behandeling en kan veel onnodige overbehandeling voorkomen.