8 oktober 2013

Darmkankerscreening verlaagt totale sterfte niet

Dit is de uitkomst van een langlopende studie naar darmkankerscreening in de Amerikaanse staat Minnesota. Aasma Shaukat e.a. schrijven erover in de New England Journal of Medicine.

Aan de studie deden ruim 45.000 mensen van 50 tot 80 jaar mee. Zij werden gescreend (jaarlijks of om het jaar) of niet. De screeningsrondes vonden tussen 1976 en 1982 plaats, en van 1986 tot 1992. Ongeveer 90 procent van de mensen in de screeningsgroep deed in ieder geval 1 keer een test. Het is niet bekend of deelnemers zich na 1992 op eigen initiatief lieten onderzoeken.
 
In 2008 gingen de onderzoekers na hoe het met de deelnemers stond. Op dat moment was 71 % van hen overleden. In de screeningsgroepen waren minder mensen overleden aan darmkanker (1,8 % in de jaarlijkse groep, 2,2 % in de tweejaarlijkse) dan in de niet gescreende groep (2,7 %). Het verschil in sterfte aan darmkanker nam in de dertig jaar niet af. De totale sterfte verschilde niet significant tussen de groepen.
 
In een andere studie die in hetzelfde blad verschijnt, vonden Reiko Nishihara e.a. dat screening op colorectale kanker met colono- en sigmoïdoscopie ook effectief is in het verminderen van overlijden door de ziekte. De studie van Shaukat en de haren is voor de Nederlandse situatie relevanter, aangezien ook in Minnesota gestart wordt met een test op occult bloedverlies. Daarbij moet gezegd worden dat daar de oudere guajactest werd ingezet. In het Nederlandse bevolkingsonderzoek – dat vanaf 2014 van start gaat – wordt gebruikgemaakt van een immunologische test. En zo zijn er meer verschillen die vergelijking met de Nederlandse situatie lastig maken. Maar de resultaten maken twee dingen duidelijk: sterfte aan coloncarcinoom neemt af door screening, maar de effecten op de totale sterfte zijn vooralsnog niet meetbaar.