15 september 2017

DNA-test darmkanker kan extra gezondheidswinst opleveren

VUmc-onderzoeker Marjolein Greuter promoveerde in 2016 op het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. De komende jaren concentreert zij zich op de ontwikkeling van een geschikte DNA-test. De inzet van de arts is DNA-afwijkingen opsporen in de cellen die de langs poliepen schurende ontlasting ook meeneemt. Op basis daarvan kunnen gevaarlijke poliepen worden opgespoord. Zo kan de effectiviteit van de screening worden verbeterd.

Over dertig jaar zal de gezondheidswinst van de screening van darmkanker “aanzienlijk” zijn, luidt de belangrijkste conclusie van Greuters promotieonderzoek. De verwachting is dat het aantal nieuwe patiënten met darmkanker met 35% zal dalen en het sterftecijfer met 47%; dit in vergelijking met een situatie zonder screening.

Door de screening wordt (het risico op) kanker in een vroeg stadium ontdekt, waardoor de overlevingskansen toenemen. Veel mensen beseffen dat en doen mee: ruim 73% van de doelgroep die is uitgenodigd. Het bijzondere aan darmkanker is dat zich eerst goedaardige voorlopers, poliepen, aandienen. Door deze weg te halen wordt darmkanker voorkomen. Dat is een groot verschil met borstkanker; als je bij die screening iets vindt, is al sprake van afwijkende cellen.

Nadat sporen van bloed in de ontlasting zijn gevonden, volgt een coloscopie. Als het bevolkingsonderzoek volledig is ingevoerd, zijn er naar verwachting jaarlijks meer dan honderdduizend coloscopieën nodig. Bij twintigduizend coloscopieën – één op de vijf – worden echter geen poliepen of tumoren gevonden, omdat sprake is van een onterecht positieve ontlastingstest. Tegelijkertijd mist de test ongeveer één op de vier gevallen waarbij wél een vervolgonderzoek noodzakelijk is.

Niet elke poliep groeit uit tot kanker, maar uit voorzorg worden ze wel allemaal weggehaald. Er is dus sprake van overbehandeling; op basis van genetische kenmerken schat men dat ongeveer 5% van de poliepen uitgroeit tot kanker. Desondanks is het bevolkingsonderzoek met de daaruit voortkomende coloscopieën nog altijd goedkoper dan het uitsluitend behandelen van darmkanker, aldus Greuter.

Een DNA-test kan mogelijk helpen het bevolkingsonderzoek nog effectiever te maken. Hiermee kunnen veel specifieker de voortgeschreden poliepen en tumoren worden opgespoord. Zij zal haar onderzoek de komende jaren richten op de vraag waaraan een dergelijke test precies moet voldoen en wat de kosten mogen zijn.

De deelname aan het bevolkingsonderzoek blijft onverminderd hoog, concludeert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op basis van de monitor 2015. Het RIVM voert de regie over het bevolkingsonderzoek. Ongeveer 73% van de mensen die een uitnodiging kregen, deed mee. Daarmee scoort Nederland wereldwijd het hoogste wat betreft deelname aan een landelijk bevolkingsonderzoek darmkanker.