10 januari 2014

Huisartsen moeten meer nascholen op diagnostiek

De auteurs stellen in het stuk dat huisartsen momenteel niet verplicht zijn om zich na te scholen in diverse competentieprofielen. Ze vinden echter dat de competentie 'medisch handelen' meer aandacht moet krijgen in de nascholing. Ze richten zich daarbij vooral op de diagnostiek. De diagnostiek verdelen ze in drie onderdelen: ten eerste die van ernstige ziekten. Zo zien zij in hun praktijk vaak ziektebeelden in een heel vroeg stadium of wijken de symptomen qua presentatie af van wat ze hebben geleerd. De meeste diagnostische fouten worden gemaakt bij een atypisch verloop van veelvoorkomende, bekende ziektes.
 
Ook voor wat betreft de zeldzame ziekten zijn huisartsen niet altijd in staat om de juiste diagnostiek toe te passen. Toch komen huisartsen de zogenoemde zeldzame ziekten regelmatig tegen, want voor Europa wordt de prevalentie van de groep zeldzame ziekten als geheel op 6-8 procent geschat. Hier zou dus meer aandacht aan moeten worden besteed in de nascholing.
 
Een derde aandachtspunt is de ontwikkeling van het 'niet pluisgevoel'. Onderzoek heeft uitgewezen dat het een substantiële rol speelt in met name het diagnostische denkproces van de huisarts. De onderzoekers stellen dat Artsen leren van hun ervaringen en als onderdeel van de nascholing kan dat leren worden bevorderd door systematische reflectie en het gericht op zoek gaan naar relevante feedback.