12 november 2015

Mensen gaan niet minder vaak naar huisarts om eigen risico

Uit het onderzoek blijkt verder dat het percentage mensen dat voorgeschreven medicijnen niet heeft opgehaald, is gedaald van 34 % in 2008 naar 29 % in 2014. Het percentage mensen dat wel eens een verwijzing naar de specialist door de huisarts niet heeft opgevolgd is tussen 2008 en 2013 gestegen van 20 % naar 27 %. Het ministerie noemt het 'opvallend' dat de sterkste toename in 2011 en 2012 heeft plaatsgevonden, terwijl de stijging in 2013 (het jaar van de verhoging van het eigen risico tot 350 euro) relatief beperkt is.

Het afzien van zorg is volgens het ministerie 'niet per se ongewenst'. Soms gebruiken mensen terecht geen (vervolg)zorg, omdat bijvoorbeeld zonder zorg de klacht vanzelf overgaat. Wanneer mensen onterecht afzien van noodzakelijke (vervolg)zorg, bijvoorbeeld vanwege hun inkomen, is dat ongewenst. Om de financiële toegang tot de zorg voor mensen met een lager inkomen te waarborgen zijn al verschillende maatregelen genomen. Zo is er de zorgtoeslag, die mensen een tegemoetkoming biedt in de premie en het eigen risico en hebben gemeenten geld ter beschikking gekregen om mensen met lage inkomens extra te ondersteunen. Ook komen sommige zorgkosten in aanmerking voor belastingaftrek en zijn 620 duizend mensen via hun gemeente collectief verzekerd.

Minister Schippers kondigt verschillende maatregelen aan als reactie op het onderzoek. Zo wordt er al dit najaar meer voorlichting gegeven over de uitzonderingen op het eigen risico en de mogelijkheid tot het al dan niet vooraf gespreid betalen van het eigen risico aan de zorgverzekeraar. Bijna alle zorgverzekeraars bieden deze mogelijkheid. Ook wijst de minister op het belang van maatwerk voor bepaalde kwetsbare mensen op lokaal niveau. Gemeenten spelen hierin een belangrijke rol. De situatie van deze mensen loopt vaak zo uiteen dat algemeen landelijk beleid hierop niet goed werkt. Ten slotte kunnen ook zorgaanbieders ertoe bijdragen dat patiënten minder afzien van noodzakelijke zorg.