16 februari 2015
Sterftecijfer ziekenhuizen daalt met een derde
Ziekenhuizen met de hoogste sterfte in 2010 zaten ongeveer op het niveau van de ziekenhuizen met de laagste sterfte in 2005. Wel constateert het CBS dat er nog altijd grote verschillen tussen ziekenhuizen bestaan. Ondanks een dalende HSMR zijn de verschillen tussen ziekenhuizen in de onderzochte periode vrijwel gelijk gebleven. Uitgesplitst naar hoofddiagnosegroepen was de HSMR-daling het sterkst bij ‘gastro-intestinale bloeding’ en ‘deficiënties en andere anemie’. De diagnosegroepen ‘hartklepaandoeningen’ en ‘aspiratiepneumonie door voedsel of braken’ vertoonden de minste daling.
Aan de daling van de ziekenhuissterfte kunnen verschillende redenen ten grondslag liggen, waaronder een verbeterde kwaliteit van de zorg. Zo wordt de daling van de sterfte bij ischemische hartziekten wel toegeschreven aan een verbetering van diagnostiek en behandeling, waaronder een toename van het aantal dotterbehandelingen en van het gebruik van cholesterol- of bloeddruk verlagende geneesmiddelen. Andere wetenschappers wezen in dit verband eerder al op de snelle toename van het aantal chirurgische ingrepen na 2001 en een ruimer gebruik van levensverlengende behandelingen bij oudere patiënten.
De daling kan echter ook liggen aan andere factoren, zoals wijzigingen in het opname- en ontslagbeleid van ziekenhuizen. Het CBS denkt hierbij onder meer aan veranderingen in het ziektestadium waarin patiënten worden opgenomen of veranderingen in het aantal terminale patiënten dat palliatieve zorg krijgt. Als deze patiënten minder vaak in het ziekenhuis worden opgenomen of eerder worden ontslagen naar externe voorzieningen voor palliatieve zorg, dan zal de ziekenhuissterfte dalen, terwijl de sterfte buiten het ziekenhuis juist stijgt.
Om hier beter zicht op te krijgen onderzoeken het CBS en UMC Utrecht of het nuttig is om de sterfte kort na ontslag uit het ziekenhuis mee te nemen bij de berekening van de HSMR van individuele ziekenhuizen. Hierdoor verminderen de eventuele verschillen in sterftecijfers als gevolg van substitutie van sterfte binnen het ziekenhuis naar sterfte buiten het ziekenhuis.
Ook de verbeterde registratie van nevendiagnosen kan volgens het CBS een rol gespeeld hebben. Ziekenhuizen zijn zich vanaf 2010 gaan toeleggen op meer volledige registratie van de zorgzwaarte bij ziekenhuispatiënten. Hierdoor kan de gemeten daling van de sterfte enigszins vertekend zijn, aldus het CBS. Het CBS vindt het in dit verband opvallend dat juist in 2009-2010 de sterkste daling van het sterftecijfer te zien was.